Winterroos.

Je wilt er nog even niet aan denken, maar hij komt er weer aan.

De winter.

Met grootvadertje Vorst, Vrouw Holle met haar sneeuwdeken, en die vervelende neefjes, IJzel en Hagel.

Hoe kun  je ze beter het hoofd bieden dan met een lekkere dikke sjaal.

Hier is een model wat niet alleen leuk is om te maken, maar ook om kado te geven.

Opgerold is deze sjaal een prachtige roos.

Mooi lint erom, in doorzichtig cellofaan, en hij kan zó onder de kerstboom.

Patroon:

Rozenroze sjaal

Benodigd;  100  gr roze haakgaren
             haaknaald passend bij het garen
             maasnaald met stompe punt

Gebruikte steken; l = losse
                             hv = halve vaste
                             v = vaste  (1)
                             hst = half stokje (2)                          
                             st = stokje (3)
                             dst= dubbel stokje (4)
                             mrd = meerdering = 2 steken in de vlg steek
                             cluster a; cla; 2st, 4l, 2st.
                             cluster b; clb; 2dst, 4l, 2dst.

Bijzonderheden;     Het is bij patronen als dit geen  punt als je één of twee steken meer  of      minder hebt.
Elke toer word gesloten met een hv, tenzij anders beschreven.
De keerlossen worden geteld als de eerste steek van elke toer, en worden als zodanig meegerekend.
Het aantal keerlossen staat tussen haakjes achter de afkorting

 Vervolg roze sjaal
Opzetten; haak een ketting van ongeveer 240 lossen, of zolang als je de sjaal wilt hebben.

Een paar steken meer of minder maakt niet uit, als je de opzetlus niet strak aantrekt, kun je na de eerste toer het teveel aan steken makkelijk uithalen.

1e toer: In de 3e l vanaf de hknld 1st, 4l, 2st (=1e cluster a)

*sla 4l over, haak in de 5e l een cla*

van * tot * herhalen tot het eind van de opzetketting.

Haak in de laatste losse 3 cla.

Ga aan de andere kant van de opzetketting verder met het haken van cla. Hierbij komt het cluster in dezelfde l als dat van de andere kant.

Haak in de laatste l (waar je ook het 1e cluster in gehaakt hebt) nog 2 cla. Daar heb je nu ook 3 clusters. Sluiten met een hv.

2e toer: 4l, 1dst in de sluithv, 4l, 2dst. in de sluithv (= 1e cluster b)

sla de 4l van cla over, en haak een clb tussen twee cla.

Haak zo verder tot tot het middelste cluster van de 3 keerclusters.

Haak nu; 3 x clb in de 4-lossen ruimte van het middelste cla.

Haak verder to het eind van de toer, en eindig met 3 x clb in de mniddelste cla van de vorige toer. Sluit met hv.

3e toer: *1l, 1v, 1l, 1v, 1l, 1v,1l in de 4l ruimte van de vorige toer, 1v tussen beide clb van vorige toer.*

Haak van * tot * helemaal rond, sluiten met een hv.

Draden wegsteken met de maasnaald.